Het ligt niet aan de Kamerleden

Iets eerdere versie van het stuk in de Volkskrant, deel van een serie van vier columns:

Het ligt niet aan de Kamerleden

Het is verkiezingstijd, en het is bon ton om te klagen over het gebrek aan ervaring van Kamerleden, en om vervolgens ook nog te constateren dat juist de meest ervaren parlementariërs niet terugkeren na de verkiezingen.

En dat is ook schrijnend, en ook ik heb er schande van gesproken. Toch is dit niet het hele verhaal. Want het systeem is diep verkeerd.

Wat verwachten we van de Tweede Kamer? Het klassieke antwoord is: de regering controleren en samen met die regering nieuwe wetten maken. En dat is nogal een klus. Als de overheid een bedrijf was zou het met afstand het grootste en meest ingewikkelde bedrijf van Nederland zijn. En vervolgens hebben we 150 mensen uitgenodigd te controleren wat die enorme organisatie allemaal wil gaan doen, en om ook nog eens samen samen nieuwe wetten te maken.

Er zijn terecht zorgen over de ervaring en kennis van de Kamerleden. Maar laten we eerlijk zijn, al waren het 150 doorgewinterde genieën, dan nog zouden ze geen enkele kans maken effectief te controleren wat een club met een omzet van meer dan 400 miljard allemaal van plan is. In verhouding, dat is alsof Albert Heijn in Nederland een staf van maar liefst drie medewerkers had om het beleid in de gaten te houden.

Afgelopen jaren heb ik met Kamerleden van meerdere fracties samengewerkt, en daar komt een heel divers beeld uit naar voren. De ministeries genereren een werkelijk onvoorstelbare hoeveelheid documenten. Duizenden pagina’s per week, soms per dag. Van Kamerleden wordt ondertussen van alles verwacht, waaronder hecht contact met de samenleving en een actieve aanwezigheid in de media.

Sommige leden bijten zich desondanks vol enthousiasme vast in de details van het beleid, maar komen daar vaak (letterlijk) overspannen uit. Ook zijn ze dan publiek minder zichtbaar (want druk met beleid), en worden ze voor hun inzet uiteindelijk beloond met een lage plek op de kandidatenlijst.

Daarnaast loopt het inhoudelijk gemotiveerde Kamerlid grote kans om geknipt en geschoren te worden door het kabinet. Als Kamerleden in een debat inhoudelijke vragen stellen aan een minister staan ze er vrijwel alleen voor. Maar de minister heeft op de achtergrond een zaal vol beleidsmedewerkers die live een antwoord op alles kunnen componeren, inclusief antwoorden waarmee het Kamerlid geheel het bos in wordt gestuurd. En erger: daardoor overkomt als een ongeïnformeerde sukkel.

Het is eigenlijk niet te doen. En dus kiezen veel Kamerleden voor de oppervlakkigheid. Ga nooit de diepte in, want het loopt zelden goed af, is me verteld. Hou het bij slogans en kloeke meningen die het goed doen op social media en TV.

Een tijdje geleden was ik ook op die TV en ik had me goed voorbereid, maar bleek dat mijn hagelwitte overhemd een probleem was voor de camera. Daardoor ontdekte ik dat het Kamerlid wat ook aanschoof altijd drie outfits meenam, zodat de kleurstelling met de andere gasten op TV gegarandeerd goed was. Het is een kwestie van prioriteiten.

Maar eerlijk gezegd begrijp ik het wel. Als de keuze is tussen roemloos en overspannen ten onder te gaan, of electoraal succes te boeken met stevige maar oppervlakkige uitspraken zou ik het ook wel weten. En als je die keuze verkeerd maakt sta je de volgende keer toch niet meer op de lijst.

Maar wat moeten we dan? De Tweede Kamer is zich bewust van het probleem en heeft een groeiende Dienst Analyse en Onderzoek, en dat is geweldig nieuws. Ik hoor er lovende verhalen over.

Ook hebben fracties een veelheid van mensen ingehuurd, al is het onduidelijk hoeveel van deze mensen inhoudelijk ondersteuning verlenen of eerder actief zijn in marketing en voorlichting.

Maar het blijft fundamenteel in ieder geval zo dat ruim meer dan tienduizend ambtenaren, geholpen door meer dan 100 miljoen euro aan externe consultants, veel meer documenten genereren dan Kamerleden ooit zouden kunnen doorgronden, al krijgt de Kamer 30 mensen extra om te helpen.

En erger nog, de kans bestaat dat Kamerleden dan juist nog meer de schuld krijgen als ze de 1000 pagina’s tekst horend bij een klein wetsvoorstel nog niet begrepen hebben. Want je had toch een hele afdeling om daarbij te helpen!

Daarom pleit ik voor stevige maatregelen - financiering voor een zeer substantiële inhoudelijke staf per politieke partij die ook buiten het oog van de media ‘on top’ van al het beleid blijft.

En zo zouden Kamerleden weer kunnen gaan schitteren in hun rol van medewetgevers en controleurs van de regering.